WIEGENDOOD. 
Debbie Neesden verloor haar baby van een paar maanden oud als gevolg van wiegendood. In de eerste week na het overlijden van het kind was het verdriet van Debbie nágenoeg ondraaglijk. Toen gebeurde er iets waardoor ze werd getroost en haar lijden werd verzacht. Ze vertelt: Een week na het overlijden van mijn baby had ik een vreemde droom. Daarin verscheen ogenschijnlijk uit het niets een vrouw die in haar armen een klein bundeltje droeg. Ik kon haar gezicht door het tegenlicht niet zien, maar ik Wist dat ze mijn zoontje bij zich had. Ik zag dat hij precies dezelfde haarinplant rond zijn voorhoofdje had. In de droom liep Debbie naar de vrouw, die niets zei, maar de omslagdoek waarin ze het kind droeg opzij deed en Debbie haar baby liet zien. Debbie vroeg de vrouw haar de baby te geven, en de vrouw stemde aarzelend toe. Debbie nam het kleintje over, hield het dicht tegen zich aan en kuste het keer op keer. Debbie zegt: Ik vroeg de vrouw toen of ik de baby mee mocht nemen, maar ze schudde haar hoofd, strekte haar armen uit en nam mijn zoontje over. Op dat moment werd ik wakker en merkte ik dat ik huilde. Een maand later had Debbie nog een droom, waarin ze in een loods rondliep die vol kratten stond. 

Ze hoorde een geluid, draaide zich om en stond oog in oog met dezelfde onbekende vrouw uit de vorige droom. Debbie herinnert zich: Onze blikken kruisten elkaar, en zij wenkte mij haar te volgen, wat ik deed. Ze liep met mij achter een stel kratten om, stopte bij een ervan en gebaarde me erin te kijken. Dat deed ik en daar, in het kratje, lag mijn  zoontje. Hij leek veel ouder dan op het moment van zijn sterven. Hij zag eruit als een baby van ongeveer zeven maanden en was veel groter dan ik had verwacht. Hij herkende mij en strekte zijn armen naar me uit. Net toen Debbie de baby wilde oppakken, schudde de Vrouw het hoofd, pakte hem zelf op en liep met hem weg. Debbie raakte hierdoor zo van streek dat ze de vrouw nariep te stoppen, maar die bleef gewoon doorgaan en liep tussen alle kratten door om haar te ontwijken, tot Debbie uitriep: Waarom tart je me zo? Ik wil hem alleen maar vasthouden. Toen verdween de vrouwen Debbie werd helemaal ontdaan wakker. Een aantal weken daarna had ze een droom die nog het wonderlijkst was. Ze bevond zich buiten een winkelcentrum en zag bij een winkel haar kinderwagen staan. Ze liep er naartoe, keek erin en zag haar prachtige baby liggen, die heerlijk tegen zichzelf lag te kletsen. Opnieuw herkende hij Debbie en lachte tegen haar. Ze zegt: Hij leek ongeveer even oud als de keer daarvoor. 

Dezelfde vrouw kwam vervolgens de winkel uit en glimlachte tegen me. Ik herkende haar wel uit de twee vorige dromen, maar er was nog iets anders aan haar dat me bekend voorkwam. Ik had het gevoel haar ergens anders van te kennen, maar ik kon maar niet bedenken wie ze kon zijn. Ze was ongeveer zeventig en had wit haar. Ik aaide mijn baby over zijn bol en hij lachte tegen me, en ik begon te huilen. De vrouw nam me in haar armen en zei me dat ik niet hoefde te huilen omdat zij nu voor hem zorgde en dat hij heel gelukkig was bij haar. De vrouw. vertelde Debbie dat de dromen weldra niet meer zouden terugkeren en dat ze haar baby niet meer zou zien, maar dat alles in de volgende droom aan haar zou worden uitgelegd. Debbie accepteerde dit, kuste haar baby vaarwel en werd toen wakker. Deze keer was ze veel meer ontspannen en voelde ze zich lang niet zo verdrietig en gefrustreerd als de keren daarvoor. Het was haar alleen opgevallen dat haar baby niet had gehuild omdat hij bij haar wilde zijn. Ongeveer vijf maanden daarna had Debbie de laatste droom. Ze bevond zich op een strook gras langs een beekje. Er was een bruggetje over het water en ze zag een vrouw met een kind over de brug op haar af komen. Het kind was een prachtig blond jongetje, dat aan de hand van de vrouw liep. Toen ze dichterbij kwamen viel het haar op, herinnert Debbie zich, dat het kind wankel op zijn beentjes stond, alsof het net had leren lopen. Debbie zegt: Toen ze vlakbij me waren, herkende ik ze allebei. 

De ene was mijn geliefde baby Lee Michael John en de vrouw was mijn dierbare grootmoeder die tien jaar eerder was gestorven.  Ik pakte mijn zoon vast, die me warm omhelsde, zegt Debbie. Hij moet ongeveer een jaar oud zijn geweest. Hij was gewoon gekleed, net zoals ieder ander kind in de zomer gekleed zou zijn, en praatte op zijn eigen manier honderduit. Grootmoeder vertelde Debbie dat Lee Michael John een lief kind was en dat het niet de bedoeling was geweest dat hij was geboren bij aardse ouders, maar was voorbestemd als spiritueel kind. De oude dame verzekerde Debbie ervan, dat het goed was zoals het was gegaan, ook al was haar hart van verdriet bijna gebroken, want als de baby niet aan wiegendood was overleden, zou God hem vlak voor zijn derde verjaardag tot zich hebben geroepen. Debbie zou binnenkort opnieuw zwanger worden en een meisje krijgen. Vervolgens zei ze dat Lee Michael John nu zover was dat hij een ander gebied kon gaan betreden en dat zij hem daar zelf naar toe zou brengen. Ze legde Debbie uit dat haar dromen geen gewone dromen waren, maar dat hetgeen zij had ervaren, astrale projectie was geweest en dat ze in wezen de wereld der geesten was binnengetreden terwijl haar fysieke lichaam sliep. Debbie vernam dat ze haar zoon niet meer zou zien, totdat zij zelf, was overgegaan naar het rijk der geesten, maar haar grootmoede beloofde het kind lief te hebben en hem alles te leren wat Debbie anders gedaan zou hebben. Debbie zegt:

Ik knikte en gaf met tranen in mijn ogen Lee Michael John terug aan grootmoeder. kuste hem innig en toen liep grootmoeder met hem terug naar brug. Ik zwaaide ze na en ze liepen de brug over en verdwenen het zicht. Vreemd genoeg kwam ik niet in de verleiding hen achterna te lopen. Het volgende moment was ik wakker. Achteraf beschouwd heeft Debbie het gevoel dat ze deel uitmaakte van één of ander wonderbaarlijk plan. Ze zegt: Lee was geen kind van deze aarde. Hij leek eerder engelachtig. Na de dromen, die nu niet meer voorkomen, is Debbie weer zwanger geraakt en ze verheugt zich op de geboorte van haar nieuwe baby. Ze zegt: Voor mijn gevoel werd alles wat zich heeft voorgedaan heel zorgvuldig zó gearrangeerd, dat het goed voor me was. Ik ben blij met de astrale projectie die ik heb ervaren en het heeft me enorm getroost. Ik weet dat er leven na de dood is en dat er goed voor mijn zoon wordt gezorgd. Alleen zou ik meer mensen zo'n wonderbaarlijke ervaring toewensen. 
D. N.  



counter free
Google Analytics Alternative