HET MEDIUMSCHAP IN HET OUDE EGYPTE. DE ONSTERFELIJKHEID VAN DE ZIEL. 
Ons credo  is  in enkele korté zinnen samen te vatten: Wij aanvaarden op logische gronden dat de ziel na de stoffelijke dood als een astrale persoonlijkheid voortleeft en dan begaafd blijft met alle vermogens, die zij zich tijdens haar leven op Aarde eigen maakte. Wij aanvaarden dat de ziel in contact wil blijven met het stoffelijke bestaan, of zij zich nu op de duistere werelden dan wel op die van het licht heeft afgestemd. De demon wenst dit, omdat het contact met de aardse persoonlijkheid hem weer verzekert van de genietingen die hij in zijn hellebestaan moet ontberen. De hemeling daarentegen zoekt zich met het leven van Moeder Aarde te verbinden, om dit te dienen en te verrijken met de wijsheid die hij in Gods heilige oorden mocht opdoen. Beide persoonlijkheden moeten zich voor dit contact bedienen van individuen die door hun karaktereigenschappen met hen overeenstemmen. Ons aanvaarden van dit alles is niet nieuw of revolutionair, het is daarentegen zo oud als de wereld. Al in het grijze verleden handelde de massa naar deze opvattingen. Duizenden en duizenden jaren voor Christus ze door zijn glorierijk Leven en Woord bevestigde, poogden Chinese priesters hun kennis en mogelijkheden al te vermeerderen door de kluisters van het lichaam te verbreken en als zelfstandige, bewuste zielen het leven na de dood te verkennen. 

Zij brachten hun ervaringen over naar Egypte dat mede hierdoor eeuwige wijsheid ontving. Ook de bijbel getuigt herhaaldelijk dat de Profeten instrumenten waren Van het geestelijke, het hogere, astrale denken. Het ganse Oosten is occult ingesteld en bracht heiligen voort die door hun verlangen naar de oneindige kennis tot ingewijden werden. De miljoenen die uit en door de astrale wijsheid leven, vinden hun overtuiging nog bevestigd door de onderzoekingen van die befaamde parapsychologen die ruiterlijk erkennen dat door sommige media voortgebrachte verschijnselen  bovennatuurlijk zijn. Wij schrijven "sommige ", want de keerzijde van deze schone medaille is, dat duizenden onverlaten zich aan de geestelijke gaven vergrepen en daardoor het reine bezit van anderen bezoedelden. Het occultisme, waardoor in de eeuwen hemel en Aarde verbonden werden, is een lucratief bedrijf geworden in de handen van gewetenloze sujetten, die God en Christus, de hemelen en uw geliefden tot koopwaar, maakten Terwijl men, om zich als arts of advocaat te kunnen vestigen, een academische graad, nodig heeft,  kan Jan en alleman zich ongestraft uitroepen tot bemiddelaar tussen het stoffelijke en astrale bestaan. Men zegt of laat zeggen dat men met de "helm" op geboren is, men kreunt en kwijlt en men is in deze verlichte eeuw een "medium", een ingewijde! Tegen de vuige praktijken van deze bewuste of onbewuste bedriegers zullen wij moeten strijden en dat zal pas kunnen worden. beëindigd wanneer ook op dit belangrijke terrein van het leven gezonde, ordelijke toestanden heersen. Aan verpletterend zware eisen moet een mens kunnen voldoen wanneer hij het voertuig wil en kan zijn van hemelingen. Een overtuigend voorbeeld hiervan is het mediumschap in het Oude Egypte - een geschiedenis zo verheven en tegelijk zo dramatisch, dat iedereen, die het occultisme waarachtig, met andere woorden: Geestelijk wil beleven, er gewaarschuwd en verrijkt door zal zijn! In Aanraking met de Oneindigheid. 

Lang niet elke priester van de Egyptische Tempel was een instrument dat door de astrale bezieling bespeeld kon woorden. Om haar wijsheid in de volkomen graad te kunnen doorgeven had hij immers de psychische trance nodig -de verheven toestand, waarin hij de occulte wetten van het lichaam zo volledig overheerste dat hij door de schijndood vrij het astrale leven kon binnentreden. Eén op duizenden priester beantwoordde aan deze onbarmhartige eis, één slechts van al die geleerde en beproefde mannen bezat de concentratie, de overgave, de kracht om deze schijnbare onmogelijkheid tot stand te brengen. Levens waren er voor nodig, door waanzin, ziekte en dood moest hij gaan, voordat het lichaam zich liet overheersen en de ziel bekwaam ge noeg was om zich in het geweld van de astrale werelden te handhaven en daar te reageren. Nu eens bezweek zijn stoffelijk organisme onder de gewelddadige druk van de wil,  dan weer voerde één enkele nog onvolkomen eigenschap hem tot het begerige duistere ik, hetgeen met bezetenheid of dood werd afgestraft. Was de opleiding van de gewone tempeldienaar al buitengemeen zwaar, onmenselijk was ze voor de uitverkorene. De media van onze dagen, die zich blijkens hun openbaar optreden hiertoe bescheiden rekenen, zullen er goed aan doen deze opleiding eens met de hunne te vergelijken en als er nog een greintje fatsoen in hen is zullen ze zonder één woord in het duister verdwijnen. De hogepriesters van de Tempel waren al voor de geboorte van het instrument door de Meesters uit het leven na de dood van zijn komst op de hoogte gesteld. Tijdens de dracht in de moeder, stel den zij zich op het innerlijke leven van de gevleugelde in om te bereiken dat de stoffelijke organen de astrale sensitiviteit niet zouden aantasten. Al in zijn jongste jaren bewees het kind zijn hogere zending door de meest wonderbaarlijke verschijnselen tot stand te brengen. 

Zeven jaar oud werd het tot de Tempel toegelaten en begon zijn inwijding. Het werd door zijn eermeesters dag en nacht gevolgd, zonder dat het in zijn toewijding één seconde mocht verzwakken of er volgde straf. Onafgebroken werd er geschaafd aan zijn karaktereigenschappen en werden leed en zorg opgelegd om zijn wil en zelfbeheersing te verstevigen. Zijn concentratie voerde men door geraffineerde proefnemingen zo hoog op dat de leerling in staat was het wildste dier door één blik aan zich ondergeschikt te maken. Nu werd hem geleerd, hoe hij zijn ziel kon losmaken van het lichaam, zonder dat dit instortte. Deze splitsing van persoonlijkheid werd eerst na jaren van gruwzame inspanning bereikt. Het doorliep alle graden van de slaap, tot de schijndood beleefd en overwonnen werd. Nu eerst was de hoogste gave in zijn bezit, de psychische trance, die hem tot een Koninklijke vogel van de ruimte maakte, gereed om alle werelden Gods te bevliegen. Intussen moest hij zijn kunnen bewijzen in toestanden, die menigeen thans barbaars zou noemen, maar die de occultisten van het oude Egypte voor de vorming van de gezegende beslist noodzakelijk achtten. Onze Gevleugelden kunnen het echter wel zonder, hetgeen in de eeuwen niet mogelijk was, presenteren deze reuzen in een handomdraai! Duizenden, edele, naar God strevende mannen bloedden stoffelijk en geestelijk leeg in de wurgende strijd om het volstrekte mediumschap, ze werden mishandeld en gedood door de wetten, die tot een andere orde, een andere dimensie behoren en ongenaakbaar, ja wreed zijn jegens de onbewuste mens, die hen aarzelend, minachtend, speels denkt te kunnen overheersen. Maar toen zij dan na onnoemelijk leed triomfeerden en als eindig stofmens de oneindigheid van de Goden in hun bezit kregen, waren zij ook in staat de achtergebleven priesters universele schatten in de handen te leggen. Boosaardigheid en verval. De media van onze dagen kunnen nu uit deze dramatische belevenissen eens en voorgoed weten, dat hun drijven zonder zo'n inwijding nimmer tot een zegevierend einde kan voeren. De Egyptische occultisten brachten onsterfelijke wijsheid, doordat zij het gave contact bezaten, met andere woorden: 

Wie zegt met de astrale wereld in verbinding te zijn en desondanks geen bovennatuurlijke wijsheid ontvangt, liegt of bedriegt zichzelf. Ook deze harde, maar rechtvaardige wet bewees het oude Egypte, want toen de priesters niet langer tot de hoge inzet bereid waren en tot boosaardigheid vervielen, stroomde er geen wijsheid meer naar de tempels. De kanalen waren vergiftigd en met stank gevuld. De geschiedenis herhaalt zich, hetgeen vroeger gold, bestaat ook nu. Zónder geestelijke gaven, zónder inwijding laat de psychische trance zich niet winnen en blijft het kosmisch bewustzijn uit. Zo was het in de oudste tijden en zo is het nu. Gods wetten blijven zichzelf gelijk. Wat moet er aan de les uit het oude Egypte nog worden toegevoegd? Beseffen de charlatans van onze tijd nu dat zij met hun onbekwame, smoezelige handen af moeten blijven van de heilige gaven, die de reine mens met Zijn Schepper en Diens volmaakte Zoon, met de sferen van lichten onze geliefden daar kunnen verbinden? Dringt het nu tot hun verwarde breinen door dat hun stuntelig gedoe niets, maar dan ook niets met de zekerheid van de psychische trance heeft uit te staan en dat zij onmetelijke fouten maken door desondanks voort te gaan met ,hun Goddelijke Vader en Zijn hemelingen als weifelende, stumperige slaven te verkopen?  Talrijk zijn thans de media, de genezers, de schilders en ook de uitpluizers van Jozefs boeken. Velen van hen hebben 'verbinding', contact met astrale Meesters of zien in vorige levens. Velen kennen ook hun tweelingziel. Bewijs na bewijs wordt ons getoond en opgedrongen. Steeds verklaart men ons, hoe nabij men was aan Jozef, nadrukkelijke boodschappen worden ons ter hand gesteld. Ja...ja...het is altijd hoog, belangrijk en zeer voornaam. 

Meesters uit de vijfde sfeer lopen in en uit. Machtige geestelijke belevenissen houden de mens weg van het dagelijks werk en plicht. Zelden komt het voor dat de tweelingziel, de eigen man of vrouw is. Meestal is het een ander...en dan vallen er stukken en brokken. In vorige levens was men meestal ook zelf zéér belangrijk op z'n minst van adel, of een prins of prinses, ook het priesterschap ligt sterk op de voorgrond. Enthousiast kan men zichzelf ophemelen, kietelen en speels bezighouden, afgeleid van de eigenlijke taak in het leven. Al te graag wil de mens zich ontwikkelen tot een of andere geestelijke beroemdheid. Wat van dit alles is echter waar? Wij wagen voor onszelf veel van dit alles met de bekende korrel zout te nemen. Veroordelen past ons niet, beoordelen echter wel. Jozef zei ervan: 'Let vooral op wat er komt en kijk goed uit. Als het werkelijk zo echt en hoog bewust is, dan zijn de resultaten feilloos, de bewijzen onweerlegbaar. Gene Zijde volgt één plan, één opdracht van uit één Centraal Punt geleid. Daarin valt niets te doorkruisen, niets nog eens dunnetjes over te doen of te herhalen. Christus komt niet weer als stoffelijk mens op Aarde.' Jozef, noch zijn directe Meesters zitten bij wie dan ook aan in seances. De taak van Jozef is af, compleet en afgerond is zijn werk op Aarde gebracht. Wij bezitten de boeken ...... en DAT IS ALLES~~ Gene Zijde zendt thans geen andere boodschappen die de machtige kern van dit 'bloed, zweet en tranen' werk ontluisteren, ontkrachten of in twijfel doen trekken. Waar dit wel gebeurt, daar heeft u te maken met regelrechte afbraak. Dat kan niet dat is onlogisch en laag bij de grond, ook al zijn de woorden nog zo heilig. Genezers, goed en prachtig, als het waar is des te beter. Maar dan is het te zien en te voelen dat het u in korte tijd ook echt beter gaat of het wordt u van tevoren meegedeeld. Tweelingzielen wel, wel liefde van de allerhoogste plank voert u niet in het bed van een ander. Scheid uit met dat geklets in de ruimte en erken dat er nog iets van hartstocht in u leeft en dat is, heel wat minder schandelijk. 

Als het echt waar zou zijn, dan is er geduld en liefdevol begrippen wordt het ene leven niet tegen het andere uitgespeeld. Zwijgen is dan nummer één. Zwijgend afwachten en degene waarmee je nu leeft behandelen als tweelingziel. Ach, dat mooie begrip moet verdiend worden. Laten wij ons niets wijsmaken, dat is voor later. Véél later, eigenlijk pas voor achter de kist. Ja, waarom trekken wij zo van leer? Waarom zo fel? Omdat wij de bewijzen steeds weer zien. De mens wil per raket, geestelijk geluk en geestelijke hoogte beleven, belangrijk zijn ook, wie wil dit niet? Maar vele stappen worden zo overgeslagen. Wij zouden het niet weten, indien wij niet geleerd hadden te letten op de uitingen op de verschijnselen. Zeggen wij eigenlijk iets nieuws? Staat dit alles ook niet reeds in de boeken hoorde u het niet op de lezingen? Ach, lieve mensen, wat zijn wij aan het doen? Wees gerust hoor, als u meent dat wij u iets afnemen, want dan ziet u het verkeerd.

Wij wijzen u slechts op de ECHTE wetenschap, op de boeken. Wij nemen u niets af integendeel. Wij willen dit werk niet bezoedelen door allerlei eigenbelang, eigen denken, door waanideeën. De Meesters zeggen...is voor ons altijd weer het enige...en dan staan wij toch weer voor Jozef. Dáár omheen zal niemand ooit meer kunnen. Jammer voor ons. Hij was ons, zoals hij het zelf eens zei net vóór. Op eigen houtje behoeven wij niets meer te ondernemen. Boven hem, boven de Meesters komen wij toch niet uit. Met persoonsverheerlijking heeft dit niets te maken. Wij moeten het toch allemaal zelf doen...beleven en doorleven. Pas als wij dat echt willen dan worden wij eenvoudiger en kunnen wij inderdaad geholpen worden indien daarvoor echt aanleiding is. Dat zelf te zoeken is niet eens nodig. Werken en bidden is voldoende. En ja, dan is er naast Jozefs boeken nog heel veel goeds op de wereld te koop. Zeer waardevol. Eigenlijk is er iets voor elke graad...voor ieder gevoel. Evenals de gulle rijkdom van het leven is Gene Zijde niet zuinig, niet gierig en beperkt. Overvloedig en rijk komt het van alle kanten tot de mens. Wij zijn daar evenals u dankbaar voor. Onze taak echter omvat het hoogste, de boeken van Jozef Rulof. Al dat andere, hoe goed ook valt daar buiten. Dat doen anderen wel. Handen vol aan dit ene aan dit hoogste waarvan ons gevoel steeds weer zegt heel aards en menselijk, maar toch een beetje voornaam dankbaar: 'Bloemen voor die man. Waarvan wij dan in het klein ook een kwekerijtje willen beginnen........
P. L. H. 



counter free
Google Analytics Alternative