DE HEMEL VAN HET KIND.
DE UNIVERSITEIT VAN CHRISTUS ZEGT ONS:
ALS EEN KIND STERFT OP AARDE, DAN STERFT HET ORGANISME, 
DE ZIEL BLIJFT LEVEN EN IS OEROUD! 
Het lichaam is jong, maar de ziel heeft - alléén op Aarde al - duizenden levens beleefd en kent geen jong zijn meer.Als een kind sterft, heeft dit astrale en kosmische betekenis voor het zielenleven. Het kind is gelukkig, maar de ouders leven verder in leed en smart. Voor het kind is het heerlijk en dat is het voor iedereen, die vroeg de Aarde mag verlaten. Om jong te mogen sterven, heeft betekenis in de geest. Het heeft een Goddelijke bedoeling, hetgeen de mens op Aarde zal moeten aanvaarden.  Bezit op aarde is geen bezit! Het is Gods bedoeling, dat de mens dit weet en ernaar leeft. Maar de mens wil geen afstand doen van datgene, wat hij denkt te bezitten. Vooral, wanneer hij een geliefde moet missen. Hij voelt dan leed en smart, terwijl zij in hemels geluk leven.Het is Gods wil, dat de mens dit weet en ernaar handelt, in volle overgave, want dan pas lééft hij. Maar wat wordt er op Aarde nog weinig van begrepen. Wanneer men dit kon aanvaarden, was er geen leed meer. Daarom weten en voelen wij, dat men de zuivere liefde nog niet bezit. God roept al Zijn kinderen tot Zich en dat gebeurt op Zijn tijd.

Hieraan kan niemand iets veranderen. Hier leven zij in hemels geluk, maar door de onwetendheid van de mens worden zij in hun geluk gestoord. Dit leed en deze smart dringen namelijk door alle gebieden heen en bereiken hen, die de rust van de geest voelen. Wanneer de mensen dit alles zouden aanvaarden, leven zij pas en wordt het leven op Aarde begrepen. Zij leggen dan alles in Gods handen, omdat zij weten, dat hun kind met vele anderen als koningskinderen leven, waardoor ook zij gelukkig zullen zijn. Een kind, dat de Aarde op jonge leeftijd verlaat, wordt aan deze zijde door een geestelijke moeder opgevangen en liefderijk verzorgd, zoals een aardse moeder het niet zou kunnen. Hoe goed en groot de moederliefde ook is, hoe innig de banden tussen moeder en kind ook zijn, het sferengeluk en de sferenliefde overtreffen in alles het aardse liefdegevoel, ook dat van moeder en kind. Natuurlijk wil de aardse moeder haar kind niet verliezen. Dat is heel begrijpelijk, want het bezit van een kind is het heiligste voor de moeder en is door God aan ons, mensen geschonken. Maar een kind, dat niet meer naar de Aarde behoeft terug te keren, is als het ware een engel. En dit kind als engel vertegenwoordigt vele astrale wetten. Zijn sterven heeft astrale betekenis. De ziel heeft deze vroege dood en deze overgang naar de astrale wereld te beleven en zelfs in eigen handen. Dit houdt verband met het oorzaak en gevolg van die ziel. Zij heeft nu op Aarde iets beleefd en keert terug naar de sferen van licht. Dit is het verdergaan in de geest, het terugkeren naar God.Als hetgeen wat beleefd moest worden is volbracht, dan treedt onherroepelijk de dood voor dit leven in. Moet een ziel echter nog een keer naar de Aarde terug om iets goed te maken of iets te beleven, dan trekt de wereld van het onbewuste dit zielenleven aan. In die wereld kan de ziel uitrusten om zich gereed te maken voor de nieuwe geboorte. De ziel daalt nu in het vonkstadium af. Dat is het ogenblik van ontwaken, toen de schepping begon.

Als vonk Gods kan de ziel in het moederorganisme afdalen, waarna het groeiproces kan beginnen. Als volwassen bewustzijn kan de ziel niet in het moederlichaam afdalen, want dan zou de ziel de vrucht dooddrukken, omdat er nu te veel bezieling is. De ziel als vonk wordt nu in de moeder wakker, waarna het groeiproces begint. Gaat een ziel daarentegen verder, is ze vrij van deze geboortewet, dan trekt het bewuste hiernamaals dit leven aan en blijft de ziel haar zelfstandigheid behouden. Nu vangen de sferen van licht dit leven op en leeft dit kind met miljoenen anderen dus bewust verder. Aan deze zijde weten wij, wanneer deze zieltjes zullen sterven. De moeder aan deze zijde gaat dan naar de Aarde omhaar beschermeling af te halen. Tijdens het sterven, dat door veel van uw kleintjes zelf al van tevoren wordt waargenomen - wat zij aan hun ouders zeggen - zien zij een engel bij hun bedje en het kind weet, dat deze engel het komt halen. Zij zien dat licht, grijpen ernaar met allebei hun handjes en geven zich aan dat licht, aan hun geestelijke moeder over. Zij neemt het geestelijke leven van de Aarde in haar stralende armen, drukt het aan haar hart en brengt het naar de sferen van licht. Zij gaat regelrecht naar de afstemming van het kind, een hemel, waartoe het kind behoort en waarop het afstemming heeft. Het gaat daarheen, waar het geestes en het zielenlichaam zich splitsen, waarna de ziel haar weg vervolgt, naar de engelensfeer, die de vierde en de vijfde sfeer verbindt en een tussensfeer is.Daar leven deze kleinen der Aarde, vanaf het nog ongeboren kind tot kinderen, die de leeftijd van drie jaren hebben bereikt. Het kind, dat de bewustwording in de stof heeft beleefd, groeit aan deze zijde op, al heeft het op Aarde de zon nooit zien opgaan. Alle kleinen worden naar deze sfeer gebracht en opgevoed door liefdesgeesten, die de ware moederliefde bezitten. Het zou voor andere wezens niet mogelijk zijn die kleintjes te verzorgen. Voor hun rust wordt gezorgd. Zodra zij, volgens aardse berekening, zeven jaar oud zijn, gaan zij in andere sferen over, al naar hun afstemming is. Hebben zij de veertienjarige leeftijd bereikt, dan eerst gaan zij in hun bestaanstoestand over om zich verder te ontwikkelen.

Op Aarde denkt men, dat zo'n jong wezen wel in de hemel zal zijn. In werkelijkheid is hun toestand wel een hemel, maar niet de hemel, zoals men zich die voorstelt.Wanneer kinderen voor de geboorte overgaan, dus dood geboren worden, zijn het geesteskinderen, maar geen engelen in de ware betekenis van het woord. Zij kunnen geen engelentoestand binnentreden om de eenvoudige reden, dat zij deze afstemming niet bezitten. Het is niet mogelijk om vanaf de Aarde - ook al heeft men de stof niet gevoeld, zoals het kind, dat voor de geboorte overgaat - een engelensfeer binnen te treden, omdat zij met de Aarde te maken hebben gehad.En van dit alles weet u op Aarde niets. Als moeders dit zouden weten, dan zouden ze gelukkig zijn. Na hun dood zien ze hun lieveling terug, maar dan wellicht als volwassen bewustzijn, want ook het kind groeit - zoals al is gezegd - naar het volwassen bewustzijn toe. In ons leven wordt echter het kind niet gespaard. Het wordt op dezelfde manier opgevoed als het volwassen mensenkind.In ons leven kennen wij geen verzachtende omstandigheden. Dat is aards en onnatuurlijk. In ons leven moet het kind alles van het eigen leven en bewustzijn afweten en de wetten van God aanvaarden. Aan déze zijde leeft het kind in de waarachtigheid van God, wat op Aarde niet beleefd kan worden. Het kind beleeft de stoffelijke afbraak én de geestelijke opbouw, die iedere ziel, als kind of volwassene, heeft te aanvaarden. Dat is de astrale wijsheid, die het kind zich eigen moet maken. God kent hierin geen verzachtende omstandigheden, ook voor het kind niet! Wanneer het kind aan deze zijde wakker wordt en om zijn moeder vraagt, dan draait de geestelijke moeder er niet omheen en vertelt het kind, dat het de Aarde heeft verlaten. Voor het kind van zeven jaar is dat een groot wonder en het wil er meer van weten. Is de band met de aardse moeder nu innig, dan vraagt het kind naar zijn moeder. Het jongere kind zal dergelijke vragen niet stellen, het kleintje weet er niet meer van. Het kind is ingeslapen en aan deze zijde wakker geworden, alsof het in uw wereld geslapen heeft en het door de honger wakker is geworden. Overheerst nu de aardse liefdeband, dan gaat de moeder - als het kind zo ver is - met het kind naar de Aarde en mag het zijn ouders en wellicht zijn broertjes en zusjes zien. De geestelijke moeder vertelt het kind over hun leven en alles wat nu al voor het bewustzijn van het kind noodzakelijk is, zodat het leert begrijpen.

Als de band tussen moeder en kind werkelijk van geestelijke aard is, zal de geestelijke moeder in géén geval deze liefde verbreken, integendeel, deze band zelfs verstevigen, omdat zij anders in strijd zou handelen  met de wetten van God en ook omdat liefdebanden niet te verbreken zijn. Wij bouwen op! U behoeft uw gestorven kind niet te bewenen, het kind beweent u. Maar het kind zal geen leed en smart behouden, omdat de astrale moeder deze ziel de wetten verklaren zal. Wanneer dan het weten in het kind gekomen is, ziet en voelt het uw leven aan en komen het begrip en het geluk. Een kind, dat verwaarloosd is op Aarde, maakt zich bij aankomst in ons leven onmiddellijk van die ellende los. Nu gaat het kind in het eigen bewustzijn verder met naast zich de geestelijke moeder. Vergeet evenwel dit niet: Wij, als mensen, hebben in deze ruimte meer dan miljoenen ouders beleefd. Waar zij leven en wie het zijn, weet u op Aarde niet. Dit is maar goed ook, anders zou het nu een geestelijke chaos worden.

Niettegenstaande dat, zal de mensheid deze wetten toch eens moeten aanvaarden, omdat Christus ze u door Zijn Heilige Evangelie heeft gebracht. Nu is het mogelijk, dat het kind zijn moeder uit het vorige bestaan voor zich ziet en dan worden deze zielen weer verenigd. Hoort u het? Dit zal voor veel moeders, omdat ze zich van de Goddelijke wetten nog niet bewust zijn, smart betekenen. Immers, het is háár kind! Maar ik zeg u: Wij hebben duizenden vaders en moeders gekend. De moeder zal nu denken, dat zij haar lieveling moet afstaan. Maar dit is een onbewuste gedachte, echt aards. Voor God verliest u geen liefde. Maar God wil, dat u de universele liefde beleven zult en zich die liefde eigen maakt. Aan deze zijde zijn wij zover. U moet dus leren al het leven van God lief te hebben, want al die mensen op Aarde zijn Gods kinderen. Dus een moeder, die alleen haar eigen kind liefheeft, bezit voor God geen liefde, kent geen liefde. Deze liefde is egoïstisch. Als de moeder haar eigen kind terug wil zien, als zij liefde wil ontvangen van haar eigen kind, dat nu in de armen van een geestelijke moeder gelukkig is, dan zal ze zich volkomen moeten overgeven. Pas dan kan zij haar eigen kind liefhebben, anders sluit deze moeder zichzelf voor de universele liefde af! Dus al is deze geestelijke moeder in de sferen dichter bij uw kind en zijn deze zielen tot geestelijke éénheid gekomen, toch is men hier niet bezig u als moeder uit te schakelen. Het universele bezit ligt in uw handen. Iedere moeder moet, zich dus voor het geestelijke moederschap bekwamen. Het zijn de wetten van God, die ook voor u op Aarde gelden.
Meester Zelanus. 


counter free
Google Analytics Alternative