,,DE MENS" EN ZIJN INSPIRATIE. 
Door het vorige, lezer hebt gij voor u zelf kunnen vaststellen, hoeveel waarachtige schilders en schilderessen er nu leven. Wat vroeger een eer of iets anders betekende is nu armoede. En kijk zelf uit uw ogen, de fluwelen jasjes en petjes zijn verdwenen, zo nu en dan zien wij er enkele, doch de rest van deze massa doet nu echt mensachtig gewoon, draagt die tekenen niet langer, omdat wij weten dat de honger op straat wandelt, de geestelijke armoede; een waarachtig kunstenaar wil dat etiket niet dragen, blijft normaal en is het wellicht! Misschien want nu moeten wij achter dit gewone doen en laten kunnen kijken, toch krijgen wij houvast, immers, daar hangt de persoonlijkheid, tentoongesteld elkeen kan er over oordelen en er van genieten? De waarachtig geïnspireerde mens is een Caruso, een Einstein, een Albert Schweitzer een op de duizenden bereikt iets, de rest haalt het hoogste niet en is al voor jaren bezweken. Het gaat om het gevoelsleven, schreven wij en zo is het! Wij daagden de recensenten uit voor het boek, willen een weddenschap beleven, schrijven Universele boeken om te bewijzen, dat de ,,roman" een dood punt te aanvaarden heeft en dat willen wij bovendien bewijzen door de kunst. Wij dagen uw recensenten uit! Indien wij in staat zijn kunst te maken, gelijk aan dat van de oude meesters -- om u te bewijzen, dat de mens zijn geestelijke inspiratie kan beleven -- neemt u, recensent deze handschoen dan op?

Wij zijn inmiddels aan de boeken begonnen, het eerste deel van onze Trilogie, wij schrijven er een Trilogie voor, is gereed gekomen -- nu de weddenschap, de recensent, die van Astronomie, Godgeleerdheid, Psychologie, Goddelijke Wijsbegeerte verstand heeft, van Plato en Socrates iets moeten weten of wij worden weer gekraakt, afgemaakt, omdat meneer er zelf niets van begrijpt, omdat meneer zich dik maakt en zich uitleeft door zijn vuile pen, zijn onbewustzijn thans verbergen wil om iets, dat boven zijn gevoelsleven ligt te moeten kraken! Wie is er nu? Onder u bevinden zich er duizenden, leven er, maar wie kan deze boeken recenseren? Het gaat om de mensheid, om geestelijke ontwaking en ontwikkeling, om machtige cultuur en wel met de grote ,,K"! Er zullen er zich vijftig melden, misschien niet een, althans de groten niet omdat zij thans kleur moeten bekennen. Dit is niet langer te omzeilen, wij zijn zo machtig! De bekende groten, die voor de radio spreken, dagen wij uit, doch die mannen hebben geen bewustzijn en voelen ons werk niet, wat er staat begrijpen zij niet en verklaren het voor kletspraat. Wij hebben een Geestelijke Roman geschreven van ongekende diepte, wij weten het en zetten er ons eigen leven voor in, als nog nooit geschreven werd! Wij schreven, u moogt ons ophangen in uw gevangenis zetten, indien wij falen! Maar wanneer wij gelijk krijgen, nemen wij uw half uurtje in beslag en vertellen de mens iets anders; het gaat dus om uw taak om uw persoonlijkheidje of om ons alles, het gaat om de mensheid, om uit dit gebagger te komen, het gaat om ons geluk, de geestelijke evolutie voor het boek en de kunst! Wij zullen u hierdoor bewijzen, lezer, dat de recensent het is geweest, die ons alles dit gedoe, dit gesmeer, dit gepruts, dit bezoedelen van ,,Van Gogh" en zijn kunstbroeders, opgedrongen heeft, dat zij het zijn geweest, die van deze eeuw zo'n verschrikkelijke chaos hebben gemaakt en niet de schilder! Zij zijn het immers die van kunst verstand hebben en niet wij! Jan en zijn maatje geven zich voor recensent uit -- zelf iets beleven en maken, kunnen zij niet, wel de mensheid voor hun gejammer plaatsen en moeten wij dan maar slikken. Dat hebben wij, als massa bewezen, wij kopen hun modderachtig gevoelsleven niet langer, hun Picasso's kunnen ons gestolen worden en de recensenten erbij! Door dit, wij weten het, ontketenen wij voor de wereld iets enorms en wij alleen zijn er toe in staat!

Wat gij als recensent aan Caruso zoudt willen geven, eisen wij op voor ons boek, omdat wij weten, dat dit het is voor de massa, de wereld en de mensheid! Door dit werk is de mens ontleed, werd de persoonlijkheid voor het Goddelijke kleur bekennen geplaatst en heeft die man en vrouw te aanvaarden! Maar wie recenseert nu dit boek, lezer wij zijn zover! In drie weken schreven wij het eerste deel, zijn onmiddellijk begonnen met het ,,tweede"! en zullen nu voor uw leven ook nog schilderen, waardoor wij nu die recensenten uitdagen. Door deze Roman krijgt ge als mens u zelf te beleven, te zien voor al de levenswetten van God, die u nu met e maatschappij verbinden. Wij gaan door de maatschappij en volgen enige mensen, mensen die voor het leven en hun God open staan, mensen dus, die waarlijk in onze maatschappij het normale vertegenwoordigen en de gek, de psychopaat, waardoor wij ook dat gevoelsleven leren kennen. Wij beleven de ruimte in en door de mens, God en Christus, de kunst, het boek, het woord, het denken voor de mens, zijn slaap en zijn Goddelijke waarachtigheid, zijn zelfmoord en zijn dood, waarvan wij de wetten door hun levens verklaren en gij als ,,lezer" te verwerken krijgt! Wij plaatsen u voor de prostituee voor de dame, van slecht karakter en voor de mevrouw, de intellectueel, de dokter en uw professor, de faculteiten op dit ogenblik, voor God, voor God en telkens weer voor uw godheid in de mens, waarvan ge geen wet kent en nu door het boek ontleed is! Dat boek, lezer, verwacht ge immers al zo lang en schreven wij thans voor de mensheid. Is dit niet de moeite waard, lezer? Het leven krijgt weer betekenis! Dit is nog niet gebeurd, schreven wij, doch wij zijn er toe in staat -- schreven wij ook -- en zijn zover!


Gij allen zult het werk lezen. Wij willen een tiental recensenten het boek in handen leggen en honderd doodgewone mensen, mannen en vrouwen die niet door hun dogmatisch voelen en denken thans het boek zouden kunnen veroordelen, doch mannen en vrouwen, die vrij zijn van elke godsdienst, eerlijk en oprecht door hun maatschappelijk gevoelsleven en bewustzijn begrijpen waar het hier niet om gaat. Dat dit niet zo eenvoudig is, voelt u zeker! Wie is nu eerlijk? Pertinent voor dit gebeuren onpartijdig? Dat hebben wij nodig of weer wordt hier iets verkracht, mismaakt, gebrandstapeld voor de massa en moet nu voorkomen worden! Wij willen nu niet langer, dat meneer de recensent zichzelf recenseert door ons werk! Indien hij zo graag wat te vertellen heeft, dan door zijn eigen schrijven, niet langer door het onze en dat van velen! Die mannen, die nu de radio bezitten kunnen het niet! Zij zijn te eenzijdig! Zij mogen niet anders praten, dan hun clubje, hun gevoelsleven daar, zegt en eist, zij mogen geen evolutie brengen! Dus Professor Dr. die en die, moeten wij niet! Zij hebben geen evolutie geduld, zij braken en kraakten alles, alles, wat maar even boven hun gevoelsleven stond -- geschreven werd. Onze uitdaging is het, onze zekerheid natuurlijk, dat wij hen nu kunnen uitdagen en winnen, dat weten zij -- want boven ons leven zijn de machtigen van geest, in ons, door ons schreven zij deze Trilogie recenseren, bespreken volgens de Goddelijke levenswetten, de psychologie, die nu menselijk en ruimtelijk, Goddelijk is! Wie kan dat? Wie is er gereed voor?
Uw Marja Radjany. 


counter free
Google Analytics Alternative