ONS ZOEKEN NAAR GOD.
Ik heb u wellicht verklaard dat God slechts één woord, één naam is, zegt Meester Zelanus in één van zijn lezingen. Deze uitspraak kon Meester Zelanus eerst doen nadat hij, voortbouwend op hetgeen in de boeken is vastgelegd en vele lezingen had gegeven. Door deze boeken en lezingen, die op ons gevoelsleven zijn afgestemd, worden wij stap voor stap gereed gemaakt om uiteindelijk de Goddelijke Waarheid te kunnen begrijpen. De volgorde waarin de boeken van Jozef Rulof zijn verschenen, geven het beeld van een harmonieuze verandering met betrekking tot het ,,godsbegrip''. Een verandering van ons voelen over en denken aan een God als zelfstandige persoonlijkheid die alles van ons weet, ziet en hoort naar een universele God, waarmee wij door ons leven onverbrekelijk zijn verbonden. Voor de bevestiging van deze vergelijking hoeven wij alleen maar te verwijzen naar de inhoud van het eerste boek: ,,Een Blik in het Hiernamaals'' en de delen van ,,De Kosmologie van Jozef Rulof'', waarbij in dit verband zeker niet aan de inhoud van het machtige boek ,,Maskers en Mensen'' voorbij mag worden gegaan. Uiteindelijk wordt het ons dus duidelijk dat God door ons leven, door ons ,,zijn'' vertegenwoordigd wordt. Daarom konden de Meesters ons dan ook uiteindelijk zeggen: ,,U BENT GODEN!'' De God van al het leven, die wij door de Meesters van Gene Zijde leerden kennen, vertegenwoordigt alles wat leeft. Deze God vertegenwoordigt het vader en moederschap, de wetten van harmonie, de rechtvaardigheid, de liefde, kortom alles wat wij als zelfstandigheid hebben leren kennen.

De Meesters wisten echter dat wij, ondanks hun wijze lessen, moeite zouden hebben om ons definitief van het oeroude godsbegrip los te maken.  Ons godsbegrip is door de eeuwen heen geheel ,,verstoffelijkt'': Het is namelijk volkomen in ons aardse voelen en denken geïntegreerd. Meester Zelanus zegt ons dan ook in één van zijn lezingen: ,,Voor het universum is het de ,,Wayti'', die in u leeft, die onder uw hart tot de gevoelens komt om te handelen, te dienen en lief te hebben. Die gevoelens hebben afstemming op de ,,Wayti'', anders zouden ze kelderen en zich verwijderen uit het Goddelijke, harmonische, rechtvaardige gareel en afdalen naar een wereld die niets te betekenen heeft!'' Bijna ieder mens staat op een verschillend punt in de beleving van het beeld van God. De boeken van Jozef Rulof houden daar volkomen rekening mee en daardoor zijn deze voor ons leven universeel. Zijn boeken vertegenwoordigen alle graden van de geestelijke ontwikkeling van de aardse mens. Zo zien wij in deze boeken zowel God de Vader vanuit het ,,kerkelijk denken'' als de God als vader en moeder, de ,,Wayti'', terug. De meesters moesten deze weg wel volgen, want anders waren wij immers ons houvast verloren en hadden wij een dood punt te aanvaarden gekregen. Dat er door velen van ons nog verschillend wordt gedacht over wie en wat God eigenlijk is, is eenvoudig te verklaren. Wij gaven er immers door ons onbewuste denken en voelen een eigen betekenis aan. Met andere woorden: Wij hebben een God naar onze eigen beeltenis geschapen en deze God menselijke eigenschappen toegekend.  De bekende schrijver Frederik van Eeden geeft dit menselijke zo schitterend in één van zijn boeken weer. Hij schrijft in ,,Pauls Ontwaken'': Wij zien aandachtig uit naar de openbaringen van de Macht die zich in het aller-innigste van de eigen ziel doet gelden. En als die Macht zich niet kenbaar maakt, kenbaar voor ons verstand, voor ons begrip, zichtbaar voor onze blik, kunnen wij dan bidden tot een leeg fantoom dat wij God noemen, een zelfgeschapen illusie, zichtbaar en persoonlijk geworden door het aanroepen zelf, zoals men bij de suggestibele mens engelen en duivelen kan oproepen door een enkel machtswoord? Wat baat dan het geloof van anderen, hoe vast en treffend ook. 

De verbeelding, krachtig geleid, kan alles voortoveren, de ganse hemel vol heiligen, niet bij enkele zwakken van geest maar bij duizenden, eeuwen achtereen! Eeuwen achtereen is de mens op zoek naar het ,,geheim'' van God. Vanaf het moment dat de mens zich bewust werd van zijn ,,zijn'' is hij op zoek gegaan naar iets hogers. Een hogere macht, die in het bezit is van krachten die de mens kennelijk niet bezit. Een God, een opperwezen die hem kan helpen, ja, zelfs kan straffen! Zo vinden wij op vele plaatsen op Aarde bouwwerken die getuigen van het zoeken van de mens naar God. Wij weten dat de primitieve natuurvolken hun God vonden in het aanbidden van natuurverschijnselen. Wij als meer ,,ontwikkelde'' mensen halen daarvoor vaak onze schouders op. Wij weten immers nu dat Zon en Maan planeten zijn en dat de bliksem het gevolg is van temperatuur en luchtdrukverschillen. Ondanks het feit dat we nu beter weten, is de mensheid toch op zijn zoektocht naar de ware God niet zoveel verder gekomen. Ook in onze tijd leven de mensen nog met vele angsten over het grote onbekende leven. In feite zijn wij ten opzichte van het denken van de primitieve mens -- die wij overigens eens ook zelf vertegenwoordigden -- weinig verder gekomen. De God van de natuurverschijnselen is immers in de loop der tijd ontwikkeld tot een God met menselijke kenmerken. Eigenlijk naar iets waarin we meer relatie met onszelf willen vinden. Wij bidden tot God als het gaat om onze onmacht, om bepaalde dingen te kunnen beheersen of te kunnen uitstellen. Onze relatie met God is een relatie om te willen bezitten, om zeker van onze zaak te kunnen zijn. Wanneer wij echter zelf gaan verruimen, ondergaan onze gedachten over God ook veranderingen en verruiming. En dat gaat stap voor stap en haast bij iedereen anders. Door de bijbel leerden wij in het verleden een God kennen waaraan werd geofferd om Hem gunstig te stemmen. Ook die God was uiteraard naar ons beeld, naar ons bewustzijn in die tijd. Dit verlangen naar offers komt uit het bewustzijn van onszelf: Wij als onbewuste mensen willen immers eerst zelf iets bezitten voordat wij bereid zijn iets voor een ander te doen, iets aan anderen te geven! Met deze creatie van God en nog vele andere creaties gaven wij onszelf al eeuwenlang een pak slaag! Wij zijn het dus zelf die offers verlangen. God is de spiegel van onszelf! Wij waren het dus zelf die God de negatieve macht over ons leven gaven. Zo is het ook gesteld met ons denken aan een God van wraak en verdoemenis, waarvan wij door de Meesters inmiddels weten dat ook deze niet bestaat! Zoals Meester Zelanus zei: 
,,GOD IS SLECHTS EEN NAAM''. En God heeft nog vele andere namen. Zoveel culturen, zoveel namen.                                                                                       GOD IS SLECHTS EEN NAAM. EN GOD HEEFT NOG VELE ANDERE NAMEN . ZOVEEL CULTUREN, ZOVEEL NAMEN. Een God als persoon, zittend op een troon in de hemel, bestaat niet, leerden de Meesters van Gene Zijde ons. 

Wanneer wij nu naar ons dagelijks handelen kijken, moeten wij eerlijkheidshalve toch wel toegeven, dat wij nog maar al te vaak in zo'n God, zo'n toverdokter, geloven. Wij verwachten nog steeds veel van God en te weinig van onszelf. Wat er in ons leven fout gaat, wordt dan ook nog dikwijls aan Hem toegeschreven. God is niet iets wat buiten ons staat. Wij dragen God in ons. Dat weten wij nu, nu wij het ware scheppingsgebeuren door de Meesters leerden kennen. Eens ontvingen wij ons leven en daarmee ontvingen wij Alles van God, er valt dus door God niets meer te geven! Wij kregen de opdracht mee om in ons leven dit Alles tot bewustzijn te voeren. Christus zei ons tweeduizend jaar geleden: ,,GOD DE VADER EN IK ZIJN EÉN''. Christus bedoelde daarmee te zeggen dat Hij de schepping in alle graden in Zijn leven heeft opgenomen en daardoor de God van alle leven in Zichzelf tot bewustzijn heeft gebracht. Iedereen heeft dezelfde levensopdracht. Deze opdracht kan worden volbracht door bereid te zijn alles weg te geven van hetgeen wij van het leven hebben gekregen. Dit is nu Liefde. Alleen door dit te geven kan de God in ons bewust worden. Daardoor alleen kan de God in ons groeien en met ons één worden. En dit alles is niet alleen bedoeld voor het Hiernamaals. Jozef Rulof zei vaak tegen ons: ,,Het gaat thans om het hiernamaals.'' Liefde is niet iets voor de eerste sfeer alleen. Deze sfeer ,,ligt'' voor velen van ons nogal ver weg. Iets heiligs waarmee we nog niet meer kunnen dan er alleen maar naar verlangen. Wij kunnen echter best proberen de eerste sfeer wat dichterbij te halen. Met andere woorden: Wij kunnen allemaal eraan meewerken dat die eerste sfeer op Aarde zichtbaar wordt! Wij kunnen dit bewijzen in het leven van alledag, onze samenleving, onze maatschappij. Onze maatschappij kent immers ook zijn eigen goden. Dat zijn de mensen die de macht over een ander hebben genomen. Genomen? Hebben zij die macht niet van onszelf gekregen? Is het ook hier niet weer ons eigen bewustzijn, uit onze zwakte, uit onze behoefte aan steun of, uit onze behoefte onze verantwoordelijkheden op anderen af te schuiven. Daardoor geven wij immers de ander de gelegenheid zaken voor ons te regelen. We moeten echter veel meer zelf richtingbepalend zijn en onze eigen kleur laten zien. We moeten persoonlijk willen bijdragen aan het door onszelf geschapen maatschappelijke proces. Daarbij moeten we beginnen bij onszelf en niet afwachten wat een ander ons opdraagt. Het is dan ook het beste ons dagelijks werk te doen met een dienend gevoel, dus met liefde voor de ander en voor ons werk. In de schitterende trilogie van ,,Jeus van moeder Crisje'' kunnen we de vele voorbeelden vinden op welke wijze het maatschappelijke proces beleefd moet worden, wil ons ,,Mens-zijn'' verder groeien. 

Alleen op die wijze wordt onze geestelijke en maatschappelijke ruimte steeds groter. Zo zal er een tijd komen dat de maatschappelijke ,,goden'' overbodig zullen worden, omdat ieder voor zich heeft leren inzien waar het om gaat. De maatschappelijke wetten zullen dan zelfs door ons bewuste handelen één voor één kunnen verdwijnen. De geestelijke bewustwording is dan de WET geworden. Er zal dan een andere mentaliteit op Aarde komen. We zullen de God in onszelf hebben teruggevonden en de God van al het leven niet langer buiten onszelf zoeken. Er is dan geen ruimte meer voor geweld, in welke vorm dan ook. Er zal dan geen leger meer nodig zijn en geen politie om ons in het gareel te houden, want iedereen past dan op zichzelf! Ja, zelfs het geld zal dan zijn huidige, egoïstische functie gaan verliezen, waardoor de werkelijke waarden een plaats in ons leven zullen kunnen krijgen. Het willen bezitten zal dan plaats hebben gemaakt voor het geven. Zo zal het ,,sociale, menselijke leven'' het uiteindelijk gaan winnen van het ,,economische, onmenselijke leven''. Het economische leven kent immers geen liefde, maar wil de ,,welvaart'' bevorderen. Het gaat ons echter om ,,welzijn''. Het kardinale verschil tussen deze twee begrippen vinden we in de woorden zelf terug. Het begrip (wel)VAART geeft een begrenzing aan. Want al rijdt men nog zo snel bijvoorbeeld 80, 100, 1000 km per uur, men krijgt altijd nog een beperking van de maximum snelheid te beleven. Dat is niet bij (wel)zijn het geval, want ,,zijn'' is alles en kent geen grenzen! Wanneer wij allen die weg vinden, zal het bewustzijn van de eerste sfeer uit ons stralen met een: ,,WAT KAN IK VOOR U ZIJN, WAT KAN IK VOOR U DOEN VANDAAG?'' Dan zal ons belangrijkste doel niet meer zijn het ,,naar de beurs gaan'', maar het bereiken van de warme, liefdevolle uitstraling van een eerste sfeer op Aarde. En, lezer, wees nu eerlijk, verlangen wij niet allemaal naar dat thuiskomen?  
N.V.
 



counter free
Google Analytics Alternative