VRAAG EN ANTWOORD. 
Ik heb een boekje gelezen van een hogepriester uit Tibet. Die verklaarde in dat boek dat hij dertig jaar geleden in zijn kamer priesters heeft ontmoet en met die priesters heeft gesproken en vanaf die tijd de Christus vertolkt heeft onder de mensen in Tibet. Kan dat?

Jazeker, u kunt op dit ogenblik Christus zien. Christus kunt u elk ogenblik waarnemen, elke minuut, iedere dag, ieder ogenblik. Waarom? Toen André tussen vijf en zes jaar oud was, u kunt dat lezen in Jeus van Moeder Crisje, verduisterde de ruimte en werd alles duisternis. Dit zeiden de Meesters. die nu door hem spreken, schrijven en schilderen en alles doen door dit lichaam. De persoon, die u daarstraks wellicht hebt gesproken, is nu weg. Wij zijn dit, wij spreken tot u, wij die ook de boeken schrijven. Maar dit kind had tussen vijf en zes jaar contact met de Ruimte en de Meesters verbonden dit leven met Golgotha. De ruimte verduistert. Dit heeft u niet in Jeus van Moeder Crisje gelezen. (Hebt u dat boek gelezen?) Daarna zat Jeus - Jozef Rulof - aan de kant van de weg te wachten, te wachten. Elke nacht manifesteert zich daar de Christus.

Hij zegt: ' Er gebeurt niets, er komt niets. Hij is er nog niet.'  Wanneer het kind 's avonds gaat slapen, wacht het. De ruimte, de dakpannen verdwijnen, het gevoelsleven gaat naar de Ruimte en vanuit de Ruimte komt er licht. Iets moet er heel spoedig gebeuren en ik weet, waar. Dat duurt nog maanden, dus het kind wordt voorbereid. Na drie maanden gaat het 's morgens om negen uur langs de weg zitten. Hier, op deze plaats moet het gebeuren. Zijn vrienden komen en die vragen: Wat doe je daar? Hij weg! Het duurt van negen tot één uur, twee, drie, vier, over vieren, twintig over vier, tegen half vijf, kwart over vijf, daar komt een licht en daar komt Christus. Gaat u maar mee?  Hij zegt, met Onze Lieve Heer aan de hand: Daar woont mijn moeder Crisje. Dan zegt Onze Lieve Heer: Dat weet Ik. Waar zijn Mijn kinderen? Dat kind hier, dat nu tot u spreekt, wist op zesjarige leeftijd: Christus zei tot dat kind:  'Jij, Jeus, brengt de kinderen weer tot Mij.' Dat is gebeurd. Toen Jozef Rulof 38 jaar oud was, kwam Christus weer, omdat Jozef een gevecht voerde ten opzichte van een zieke, van een man en een moeder, een gelukkig huwelijk. Dáárvoor wilde hij sterven. Die man moest beter en hij dood! Hij ziek! Kunt u het nog beter? Zou Christus dat gebed verhoren?

U bent dokter, een magnetiseur, een genezer en u zegt: Ik sterf en dat kind krijgt mijn leven, want Christus zei: 'Verlies uzelf en gij ontvangt Mijn leven.' Toen ging Jozef Rulof om Meester Alcar heen, om de sferen heen. Meester Alcar kon hem niet meer opvangen. Hij gaat verder en verder en heel de Ruimte, miljoenen waren aan het kijken, mensen, vaders en moeders. Waarheen gaat dit gevecht? Een kind op Aarde vecht ten opzichte van leven en dood, liefde en geluk, rechtvaardigheid, het woord van Christus. Heeft Christus dat gesproken, ja of neen? Meester Alcar kan nu niets meer doen. Dat gevecht is in 1937 gebeurd. Toen de dokter kwam en zei:' U moet die patiënt behandelen', kreeg hij bericht: Direct, over 11/2 jaar, sterft dit leven. Er is niets aan te doen, toch moet u helpen. Nu komt het gevecht. Meester Alcar wil dat. André verliest het. Maar intussen voeren wij het gevecht met Christus. U bent er of u bent er niet. U hebt het gezegd, of hebt u het niet? Ik moet U zien of ik sta stil. En indien mijn Meesters duizenden boeken schrijven, zeggen mij die niets meer. Ik moet nu het woord, want U hebt gezegd door de bijbel, door duizenden dingen: Wie zijn leven wil verliezen, zal het Mijne ontvangen. Hebt u dat gevecht al eens geleverd? Begin er eens aan. Dan krijgt u de Christus te zien. En toen kwam Christus. Want hierdoor werd in de eerste plaats bewezen, dat André contact had en heeft. En wanneer dit niet de Universiteit van Christus was, die u krijgt door de boeken, dan was Christus niet gekomen, want u kunt Christus niet bebidden.

Bidt u maar. Die bidderij van hem had niets te betekenen, maar. Christus kwam: Begin waarlijk te dienen en te vechten en uw leven voor de mensheid in te zetten, want al deze mensen zijn uw kinderen. Waarom kijkt u zo vreemd ten opzichte van een mens? U bent één. U kunt nimmer gelukkig zijn, wanneer u, moeder, en u, vader, nu naast elkaar staan in het Licht, in het geluk, in de liefde, dus, met andere woorden, wanneer u aan Gene Zijde komt en u denkt de eerste sfeer, die hemel te beleven en te aanvaarden, dan komt Christus als het ware tot u als een gestalte. Christus, uw bewustzijn wordt alom vertegenwoordigd. Dus, in elke graad, ook voor de maatschappij, voor uw taak op Aarde, wanneer u tot ziel, geest en leven spreekt, hebt u contact met de goddelijke Rechtvaardigheid, Liefde, Vader en Moederschap.  Is dat zo? Vanzelfsprekend is dat, wanneer u hier God aanraakt, u ook een visioen, een bezieling, een waarheid, een rechtvaardigheid kunt beleven, die vanuit de goddelijke Bron tot u komt. Maar bent u zelf leugen en bedrog en u vertegenwoordigt verdoemdheid, afbraak, wilt u dan Christus beleven en ontvangen?
IS HET NIET EENVOUDIG?
Meester Zelanus.


counter free
Google Analytics Alternative