UITSTERVEN IS EVOLUTIE.
Bepaalde vormen van leven zijn aan het uitsterven. Zowel bij het hogere leven, zoals in de dieren en plantenwereld, alsook bij het hogere leven, dat van de mens, voltrekt zich een evolutiewet, die door geen enkele macht is te stuiten. Bepaalde soorten, resp. rassen, zullen over enkele tientallen, anderen misschien over enkele honderden jaren -- wat betekenen enkele eeuwen voor moeder Aarde? -- niet meer bestaan. Hoe lang zullen er bijvoorbeeld Indianen blijven leven in Noord-Amerika, ondanks het feit dat alle moeite wordt gedaan om deze ,,echte" Amerikanen in leven te houden? Ook de Australiërs -- volgens vele wetenschapsmensen, het meest primitieve ras op Aarde, dat nog steeds in het ,,stenen tijdperk" leeft en een nauwelijks hogere beschaving kent dan de Neanderdal mens -- zullen eens verdwijnen. Toen tegen het einde van de 18e eeuw blanken zich voor het eerst in Australië gingen vestigen, telde dit volk naar schatting ruim 300.000 mensen. Nu, 165 jaar later, is dit aantal geslonken tot slechts 50.000! Dat betekent, dat van de 6 Australiërs nog maar één is overgebleven!!

Hoe anders ligt dan de verhouding bij het blanke ras en bij onze geel getinte Oosterse buren! Natuurlijk zijn er weer tal van theorieën opgebouwd teneinde dit probleem te verklaren, maar geen enkele heeft zich weten te handhaven. Het heeft geen zin dit uitsterven te wijten aan epidemieën of oorlogen, want dit is geen enkel volk bespaard gebleven en het is lang niet altijd zo, dat het volk, dat het zwaarste door natuurrampen oorlogen of ziekten werd geteisterd, ook het minst veerkrachtig is geworden. Zeer dikwijls valt juist het tegendeel op te merken! Neen, het probleem van het uitsterven ligt in de onvoldoende ,,toevoer" van nieuw leven. Het geboortecijfer vertegenwoordigt de beslissende factor in het feit van "to be or not to be"! Waarom worden nu bij het ene volk zoveel kinderen geboren, dat het probleem van de overbevolking acuut en onrustbarend toeneemt, terwijl bij een ander ras, waar vaak de levensvoorwaarden gunstiger zijn, de geboorte elk jaar vermindert? Ook hier staat de wetenschap weer voor een vraagstuk, dat nog niet is opgelost en waarvan zij de verklaring pas zal kunnen vinden, als zij de reïncarnatie van al het leven aanvaardt. Laten wij ons eerst in die reïncarnatie verdiepen: Het leven is immers één grote kringloop. De natuur rondom ons demonstreert dit met een overweldigend bewijsmateriaal.

Zou dan voor de mens -- het hoogst geëvolueerd stukje ,,natuur" -- een uitzondering zijn gemaakt? Ondergaat niet heel de natuur in de herfst een ,,schijndood" om in het voorjaar weer te ontwaken en verder te evolueren? Sterft een boom werkelijk af wanneer hij in de herfst zijn bladeren verliest of blijft het leven -- de ziel! -- slechts wachten om zich in het voorjaar weer te openbaren in de vorm van bloesems en nieuwe bladeren? Meent de wetenschap nu dat een boom meer privileges zou bezitten dan het hoogst bewuste wezen in de ruimte -- de mens? Het kan voor de waarlijk denkende mens geen twijfel meer overlaten dat de reïncarnatie inderdaad een feit is. Het Oosten weet dit reeds lang en het zal niet lang meer duren voordat het ,,nuchtere" Westen ook deze wijsheid zal moeten aanvaarden! De mens is aan precies dezelfde wetten onderworpen als al het andere leven van God, aangezien elk leven in de ruimte -- in welke vorm dan ook -- een deel uitmaakt van God Zelf en dus God vertegenwoordigt. De reïncarnatie van de mens loopt in wezen parallel met die van een boom. De boom krijgt in de lente nieuwe bloesem en bladeren. Als alles volgroeid is, is het zomer. In de herfst sterft alles (schijnbaar) af. Hierna volgt de schijndood van de winter, waarna zich in de lente weer het nieuwe leven (de reïncarnatie!) openbaart! Is het bij de mens niet hetzelfde? Als ons lichaam het ,,herfststadium" bereikt en afsterft, dan betekent die alleen, dat onze geest zich voorbereidt om straks een ander stadium van het evolutieplan van de Schepper binnen te treden! U vraagt wat dit nu allemaal te maken heeft met het uitsterven van bepaalde rassen van mensen, of soorten van dieren? Welnu, met deze gedachte als basis zult u ongetwijfeld zelf het antwoord weten te vinden.

Immers, het is niet de hoogste stoffelijke vorm van leven die uitsterft, maar juist de laagste!! Is dit niet een prachtig bewijs voor de kringloop van de evolutie, die zich weer naar God terug beweegt? De geboorte (de toevoer van leven!) bij de uitstervende primitieve mens houdt immers op, omdat het leven reeds een hoger stadium is binnengetreden! Met andere woorden: Een Australiër, die tijdens zijn leven zijn bewustzijn dusdanig verruimt, dat hij -- wat zijn gevoelsleven betreft -- reeds gelijk staat met een hoger ontwikkelt ras, zal in zijn volgend leven niet meer in de binnenlanden van Australië kunnen worden geboren, omdat zijn geest zich reeds heeft afgestemd op het hogere bewustzijn! Eens zal de Australiër uiteindelijk ook in het Westen de geboorte beleven! Verbaast het u nu nog, dat de ene mens zoveel verder is dan de andere? Is het nu niet te begrijpen, dat de mensheid -- zelfs die mensen in eigen land en eigen familie! -- zo verschillend van elkander zijn? De weg van de één is immers geheel anders geweest dan de weg van de ander! De ene mens heeft zich reeds zoveel bewustzijn eigen gemaakt, dat deze als een Albert Schweitzer door het leven kan gaan, terwijl de ander alleen een grofstoffelijk of dierlijk leven weet te leiden. Toch zal ieder mens eens de allerhoogste trap moeten bereiken! Is het aan de hand van deze natuurwet niet vanzelfsprekend, dat derhalve eens onze planeet, ,,moeder Aarde", een paradijs zal worden voor al het leven dat zich hierop bevindt?

De onbewuste, lagere soorten sterven immers uit en komen in een meer ,,veredelde" vorm terug. et laatste stadium van moeder Aarde zal dus eens mensen als Goden moeten voortbrengen! Enige tijd terug hebben wij in een bekend Amerikaans tijdschrift een min of meer wetenschappelijk artikel gelezen over Reuzengeslachten die vroeger op Aarde moeten hebben geleefd. Volgens wetenschappelijke gissingen waren deze ,,reuzen" circa 2 a 2 en een half maal zo groot als de mens van tegenwoordig! Het gewicht van deze kolossen moet hebben gevarieerd tussen de 600 en 1000 kilo! Tanden die van deze mensen afkomstig schijnen te zijn, zijn 6 tot 7 maal groter dan een menselijke tand, zoals u of wij die hebben. Het is ook algemeen bekend, dat de dieren in de prehistorische tijden een enorme afmeting hebben gehad. Denkt u maar eens aan de reuzensauriërs die toen de wezens getiranniseerd moeten hebben. Het is echter weer het oude lied. Deze feiten zijn nu wel wetenschappelijk vastgesteld, maar waar blijft weer de verklaring? Waarom waren dieren en mensen vroeger zo groot en waarom is alles schijnbaar ,,gekrompen"?  Indien de mens met de natuur mee in plaats van tegen de natuur in zou denken, dan zou hij reeds bij het stellen van zulk een vraag het antwoord kunnen ontvangen, maar dit wordt alleen door de enkeling gedaan. Welnu wetenschap, hier komt het antwoord van Marja Radjany voor u: Al het leven zowel de macro als de microkosmos, ondergaat eerst een uitdijings en later een inkrimpingsproces. Onze planeet heeft dit ook moeten beleven. Omdat het leven van God altijd slechts in één richting werkt en er voor niets en niemand uitzonderingen worden gemaakt, is het vanzelfsprekend, dat ook de mens en het dier met deze wetten hebben te maken en dat ons lichaam dit stadium heeft moeten ondergaan! Is het niet allemaal eenvoudig, vanzelfsprekend en wonderbaarlijk? Is het leven -- nu wij dit allemaal weten -- niet op een heel andere manier dan voorheen een gebed opzenden tot die Macht die Alles vertegenwoordigd.
H. R.


counter free
Google Analytics Alternative