EIGENLIJK BEGREEP JUDAS JEZUS HET BEST. 
De discipel Judas was helemaal niet de verrader van Jezus. Sterker nog, hij begreep Jezus het beste van de discipelen. Dat staat althans in het Judasevangelie dat gisteren in Washington openbaar is gemaakt. Het was onder kenners groot nieuws, nu een jaar geleden: het 'Evangelie van Judas' was opgedoken. Iedereen wist dat het had bestaan, misschien nog bestond, maar niemand had ook maar een snipper papyrus als bewijs onder ogen gekregen. Het Judasevangelie, zoveel was wel bekend, was niet alleen een oud, maar ook een omstreden geschrift. Het moest al voor het jaar 180 na Christus bestaan, want toen bestreed de bekende kerkvader Ireneus het al. Lang bleef het stil rond het boek, tot in de jaren zeventig allerlei geruchten de ronde deden. Het zou door een Egyptische boer aan de oever van de Nijl gevonden zijn in een groeve, verpakt in een stenen kistje. De obscure geschiedenis van de omzwervingen van het Judasevangelie sindsdien, laten zich lezen als een jongensboek. De gevonden papyri -- die samen een Koptische codex vormden, gebaseerd op een Grieks origineel -- waren in handen gekomen van handelaren van bedenkelijk allooi die de schat voor een zo hoog mogelijke prijs wilden verzilveren, terwijl intussen niet al te deskundig met de geschriften werd omgegaan -- het Judasevangelie zou zelfs geruime tijd letterlijk in een ijskast hebben gelegen. In 1999 slaagde de galariehoudster Frederique Tschacos erin een deel van de codex te kopen voor slechts drie ton. 

De vellen en fragmenten -- meer was het niet -- worden sindsdien in een Amerikaanse kluis bewaard. De afgelopen jaren had slechts een select groepje wetenschappers toegang tot het materiaal onder wie Hans van Oort, hoogleraar patristiek en gnostiek in Nijmegen. Het Judasevangelie dat nu in Washington gepubliceerd wordt, is niet meer dan 26 pagina's, aldus Van Oort. Het Judasevangelie is verrre van compleet en de hoop is dat handelaren door de publiciteit zoveel mogelijk van de rest van het boekje op de markt brengen -- als het al niet verloren is gegaan. Van Oort zegt niet te twijfelen aan de authenticiteit van de codex. Die is volgens hem beproefd met de koolstofdateringsmethode, waaraan bijvoorbeeld ook de lijkwade van Turijn is onderworpen. De papyrus dateert van tussen 220 en 430 na Christus. Incompleet of niet, wat er aan teksten uit het Judasevangelie voor handen is, is revolutionair genoeg. Judas, de spreekwoordelijke verrader, is juist de volgeling van Jezus die hem het beste begreep. Hij is niet zozeer de verrader van Jezus, maar de discipel die meewerkt aan de uitvoering van Gods heilsplan, aldus Van Oort. Jouw ster is de leidende ster, zegt Jezus in de tekst over hem. De innerlijke, spirituele Jezus moest immers van Zijn aardse lichaam bevrijd worden om op te kunnen gaan in het lichtrijk. En Judas heeft hem geholpen om die vleselijke gevangenis te verlaten. Het Evangelie van Judas was achttien eeuwen geleden al omstreden en zal dat ook blijven. Het hoort tot de gnostische geschriften. De gnostiek, die grote nadruk legt op de intuïtieve kennis, werd al in de vroege kerk als ketters afgewezen. Dat gebeurde ook met veel gnostische boeken. Reender Kranenborg, oud docent godsdienstwetenschap aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, publiceerde twee jaar geleden het boek 'De wonderbaarlijke avonturen van Jezus van Nazareth', waarin hij ook het herontdekte Judasevangelie als vroegchristelijke fictie afwees. 
W. S.  


counter free
Google Analytics Alternative