RUILEN MET HIER? METEEN! 
Evert ter Beek vertelt over zijn BDE: ''Mijn verhaal begon een jaar geleden. Na mijn zeventigste begon ik me voor het eerst een beetje sterfelijk te voelen. Ik was maandenlang moe en kreeg uiteindelijk drie hartinfarcten. Het werd mij duidelijk dat mijn hart een versleten machine was. Bij dat derde infarct had ik mij al min of meer verzoend met het spoedige sterven. Alhoewel de hartbewaking het bijna onmogelijke deed om mij in leven te houden. Ik werd gereanimeerd en vier keer gedefibrilleerd. Op dertig september leek mijn einde nabij, en werd mijn familie geroepen om afscheid te komen nemen. De medici hadden mij opgegeven. Mijn familieleden kwamen. Er was een no-nonsense afscheid. Geen geleuter, geen geweeklaag, precies zoals ik geleefd had. Daarna verviel ik in een roes waarin ik wel pijn voelde, maar ook de liefde en het medeleven dat ik had ondervonden. Ik voelde als het ware de geestelijke aanwezigheid nog van degene die waren geweest. Daarna was er een kort overleg met de cardioloog. Er werd besloten de medicatie te stoppen. Ik bereidde mij voor op de óvergang'. Ik herinner me dat ik een ijskoud gevoel kreeg. Het begon bij mijn voeten en kroop langzaam omhoog. Ik begon te zweven en zag mijn lichaam in bed liggen. Ik zag de schimmen van mijn dierbaren, die nog in de kamer aanwezig waren. Ik 'hoorde' hun gedachten en 'las' hun emoties. 

Ik verliet mijn lichaam steeds verder en kwam in een soort zandloper terecht. Ik moest me door die nauwe opening worstelen. Dat was moeilijk, omdat er een stroom wezens was die omlaag ging. Eenmaal door die vernauwing veranderde alles. Ik dreef tegen een soort vlies aan, waarachter een prachtige lichtcombinatie was. Daarbij hoorde ik iets dat ik muziek noem maar veel mooier was dan alles wat ik ooit gehoord had. Er stroomde een oneindig geluksgevoel door mij heen. Toen was er een stem, die vroeg waar ik vandaan kwam. Ik antwoordde: 'Ik kom van de planeet die jullie aarde noemen'. De stem vroeg wat ik daar had gedaan. Ik wist niet meteen wat ik daarop moest antwoorden. In een flits zag ik mijn leven passeren. Er waren dingen bij, die ik allang vergeten was. Zo kreeg ik beelden van een oude geliefde. Een meisje uit mijn jeugd. Toen ik haar zag, kwamen dezelfde emoties boven die ik destijds voor haar had gevoeld. De stem kwam weer terug en zei: 'Keer terug naar waar je vandaan komt want je taak is nog niet volbracht'. Op dat moment begon ik weer te dalen. Ik keerde terug naar de nauwe opening en bevond me weer boven mijn lichaam. Dat terugkomen in mijn lichaam was erg moeilijk en deed veel pijn.

Tegen alle verwachtingen in bleef ik leven. Volgens de artsen ben ik een medisch wonder: In de weken na mijn BDE heb ik alsmaar gehuild omdat ik nog leefde. Menige nacht heb ik gesmeekt om te mogen sterven. Ik ben het verlies van het geluk en e liefde nog niet te oven. Als ik de kans kreeg om dit leven te ruilen met wat ik tijdens mijn BDE heb meegemaakt, zeg ik meteen 'Ja', en zou ik daarvoor gaan.''     Wat waren de ervaringen van deze mensen?  31 keer ( dat is 50%) is genoemd: een gevoel van dood te zijn; 35 personen (dat is 56%) hebben zich heel gelukkig gevoeld; 15 mensen (24%) hebben een lichaamsuitreding gehad; 19 deelnemers (31%) zijn door een tunnel gegaan; 14 mensen (23%) zijn het licht tegengekomen;  14 personen (23%) hebben prachtige kleuren waargenomen; 18 deelnemers (29%) hebben een paradijselijk landschap gezien; 20 mensen (32%) hebben overledenen ontmoet en; 8 keer (13%) is genoemd dat mensen hun levensfilm voorbij hebben zien gaan.'' Waar kan het aan liggen dat de één wel en de ander geen BDE meemaakt?: ''In de psychologie zeggen ze dat angst voor de dood bij mensen eerder tot een BDE leidt.  In ons onderzoek klopt dat niet. De hartstilstand gebeurde zo plotseling dat alles veel te snel ging om bang te kunnen zijn. Slechts enkele patiënten hebben angst gevoeld en toch hadden er 62 personen een BDE. Ook zuurstoftekort blijkt geen invloed te hebben nog medicijngebruik. Van beiden werd aangenomen dat die van invloed waren. Daarvoor hebben we echter geen bewijzen gevonden. 'DIE ZUSTER WEET WAAR MIJN GEBIT IS'  Een verpleegkundige van de hartbewaking vertelde Van Lommel een ervaring, die zij heeft meegemaakt met één van haar patiënten.  ''Tijdens mijn nachtdienst werd een 44-jarige man binnengebracht. Hij was in coma. Hij had een hartstilstand. Een uur eerder was hij door voorbijgangers gevonden in een weiland, en met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Hij werd kunstmatig beademd, kreeg hartmassage en werd gereanimeerd. Tijdens zijn behandeling had ik het gebit uit zijn mond genomen en in een bakje gelegd. Na een uur was het hartritme van de patiënt voldoende herstelt om hem naar de intensive care afdeling te brengen. Wel was hij nog steeds in coma. 

Na een week ontmoette ik de man op de hartafdeling. Op het moment dat hij mij zag, riep hij: 'Die zuster weet waar mijn gebit is. Op de avond dat ik hier werd binnengebracht, heeft u mijn gebit in het karretje met flesjes gezet. Er was een laatje in dat verrijdbare karretje, en daar heeft u het opgeborgen.' Ik was hoogst verbaasd: Die man was op dat moment in een diepe coma, dat had ikzelf gezien, ik was erbij geweest. Toen ik doorvroeg bleek de man de kamer, waarin hij behandeld as, te kunnen beschrijven, en ook de dokters en verpleegsters. Hij herinnerde zich dat hij bang was geweest dat we zijn reanimatie zouden stoppen en dat hij dood zou gaan. Hij had voortdurend maar tevergeefs, geprobeerd ons duidelijk te maken dat hij nog leefde.'' Wat zijn de nieuwe feiten uit het onderzoek? ''Alle huidige, bestaande theorieën over BDE's kloppen niet. Voor dit onderzoek werd aangenomen dat lichamelijke en psychologische aspecten van de patiënt leidden tot een BDE. Dat blijkt dus niet zo te zijn. Verder blijkt er een verband te bestaan tussen leeftijd en de frequentie waarop een BDE optreedt. Collega-onderzoeker Morse had bij kinderen die klinisch dood waren een score van 85%. Ook in onze onderzoeksgroep bleek een bijna-doodervaring meer voor te komen bij jonger mensen dan bij ouderen. Ander nieuws is dat vrouwen diepere ervaringen melden dan mannen. Dit komt overeen met andere studies en mag nu dus wel als feit worden aangemerkt.  Zeker is ook dat etnische achtergrond, geloof, opleiding en sociaal milieu geen factoren zijn die invloed hebben. Bij de mensen uit onze onderzoeksgroep, die een BDE hebben gehad, bleek angst voor de dood verdwenen en het geloof in een leven na de dood sterk vergroot.'' Waarom heeft de arts twee jaar na de hartstilstand de betreffende persoon nogmaals ondervraagd?: ''Mensen hebben vaak tijd nodig om zo'n bijzondere ervaring te verwerken. Het heeft hun lenen namelijk in alle gevallen totaal veranderd. Na twee jaar hebben we 74 mensen ondervraagd. De helft, 37 van hen, hebben een BDE gehad. De andere helft niet. De veranderingen die mensen meldden, deden zich alleen voor bij de mensen met een bijna-doodervaring. Alleen het feit een hartstilstand te hebben gehad was dus geen beslissende factor. 

Deze interviews leverden enkele frappante cijfers op: 34 mensen zeggen nu beter met hun gevoelens om te kunnen gaan; 12 mensen kunnen hun medemensen gemakkelijker accepteren; 28 mensen zijn zich nu bewust van het hogere doel van het leven hier op aarde en; 35 mensen zijn zich meer voor spiritualiteit gaan interesseren. Het is niet bij een controle- enquête na twee jaar gebleven. Na acht jaar hebben we de mensen voor een derde keer bezocht en ondervraagd. Na deze toch lange tijd, bleek men permanent gegroeid te zijn in zijn of haar emotionele ontwikkeling en waren de intuïtieve talenten vergroot.'' Pim van Lommel heeft niet alleen antwoorden gevonden. Zoals dat gaat in de wetenschap, roept het vinden van een antwoord meteen de volgende vragen op. Waar zit ons bewustzijn? ''We hebben altijd gedacht dat ons bewustzijn in onze hersenen zetelt. Nu blijkt dat we bewustzijn behouden terwijl onze hersenen dood zijn verklaard, geeft dat een totaal nieuw beeld. Met daarbij de vraag: waar zetelt ons bewustzijn dan wel?'' Is de medische wereld overtuigd? Zeker is dat van Lommel steeds meer medestanders krijgt. In de aflevering 'Uit het leven van een dode' van het televisieprogramma 'Noorderlicht', dat enige tijd geleden door de VPRO is uitgezonden, was cardioloog Sam Parnia ui Southampton aan het woord. Hij heeft soortgelijke tests gedaan. Deze arts plaatste voorwerpen in de behandelkamer waar patiënten met een hartstilstand werden binnengebracht. Parnia is het met van Lommel eens dat het hier om iets anders gaat dan hallucineren. ''Hallucineren doe je onder invloed van geestverruimende middelen zoals LSD. Dan werkt je hersenfunctie gewoon door. Bij het onderzoek naar BDE is er geen hersenfunctie meer. Een hallucinatie en een BDE zijn dan ook niet vergelijkbaar.'' Er zijn ook collega-artsen die niet overtuigd zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de argumentatie van dokter Karl Jansen, een psychiater uit Nieuw-Zeeland, als hij met 'tegenbewijzen' komt.

Zo vindt Jansen een BDE geen bewijs voor leven na de dood. Maar van Lommel is dat niet met hem eens. Van Lommel legt uit: ''Dat heeft ons onderzoek ook niet willen aantonen. Wel heeft het onderzoek aangetoond dat er een continuïteit van bewustzijn is.'' Jansen beweert verder: ''Dat er geen hersenfunctie gemeten wordt, wil niet zeggen dat die er niet is. Het kan zijn dat er niets te meten is, maar de verklaring kan net zo goed zijn dat de apparatuur niet gevoelig genoeg is. Tijdens je slaap, heb je een lage EEG- een stage vier, in medische termen. Ook die is moeilijk meetbaar. Niemand zal echter beweren dat slaap een soort 'doodstoestand' is.'' 
M. A. 


counter free
Google Analytics Alternative