DE MEESTER AAN GENE ZIJDE! 
In het Oude Testament wordt u een God beschreven, die haat kent, oorlog voert, zijn schepselen mismaakt, verguist, bezoedelt en verdelgt. Kan dat, vragen velen? Is het mogelijk, dat een God, die, naar het woord van Christus, een Vader van Liefde heet, Zijn kinderen laat afslachten? Maar terwijl zij deze wraakzuchtige God niet langer kunnen aanvaarden, prediken de kerken, dat de Heilige Schrift wet is en zij dwingen hun volgelingen volstrekt in de wrede heerser van het Oude Testament te geloven. Wie heeft nu gelijk? Is God werkelijk zoals de bijbelse schrijvers Hem schilderen? Was HIJ het inderdaad? Was Hij het, die deze volken ten oorlog voerde, hen strafte en dood en verderf onder hen bracht? Of hebben zij het aan het rechte eind, die het onbestaanbaar achten, dat een God van Liefde zo grillig, wreed en wraakzuchtig handelt? Wij, die in het leven na de dood, in de werkelijkheid er dingen hebben kunnen schouwen, zullen u ook in dit opzicht de waarheid geven. Bereid u op machtige openbaringen voor. Zo verstrekkend is hetgeen ik u geleidelijk aan zal mededelen, dat u geestelijk ingesteld moet zijn om mijn verklaringen te kunnen bevatten en aanvaarden.  Zij, die aan de bijbel in zijn huidige vorm en naar letter vasthouden, zittend in hun armzalige dogma's, zullen wel niet in mijn openbaringen willen geloven.

Ze zullen het ook niet kunnen. Ze behoren nog tot de stoffelijke gevoelsgraad en zijn daardoor niet in staat geestelijk te denken. Of getuigt het soms van een hoger bewustzijn, dat zij de wreedaardige God van het Oude Testament nog kunnen rijmen met de Vader van Liefde voor Wien Christus gestorven is en waarover hij sprak?!  Door u over de ware verhoudingen in het Oude Testament in te lichten, maak ik u bekend met het ontzaglijke plan, dat de hoogste meester in de astrale wereld al voor zich zag, toen Hij en de zijnen aan het einde waren van hun eerste kosmische reis. Deze meester liet zijn blik over de aardse mens gaan, schouwde diens staat en begreep, dat deze mens door hem en de zijnen geholpen moest worden, of hij zou over miljoenen jaren nog in dezelfde bedroevende omstandigheden leven, zonder enig begrip van de machtige, geestelijke wonderen, welke hem omringden. Deze meester en de zijnen -- , wat hadden ze zelf niet moeten kreunen om aan licht, aan warmte en bewustzijn te winnen? Daarom was hun verlangen zo groot de mensheid te helpen, voor te gaan op het zo moeilijke pad naar geestelijke bewustwording. Gedurende hun eigen evolutie groeide dat verlangen nog, ze zagen in, dat ze alles van zichzelf moesten inzetten om de stoffelijke mens weg te leiden van 't kwaad, dat hij in zijn lage levensgraad van voelen en denken makkelijk bedreef. Als ze de mens betere gedachten konden bijbrengen, hem er toe konden krijgen zijn hartstochten en driften te beteugelen, zou ook het leven op Aarde niet langer ellendig en verschrikkelijk zijn. Maar hoe moesten zij de mensheid overtuigen van de wet, welke strengheid zij aan hun zijde hadden moeten aanvaarden? Deze wet, die zei, dat alleen de mens, die liefde bezat en tot dienen bereid was, blijvend licht en warmte en geluk zou kunnen genieten. Hoe moesten zij de stoffelijke mens deze waarheid leren?

Nogmaals peilden zij de mensheid, de astrale meesters en toen rees in hen een gigantisch plan. Ze zagen, dat op Aarde temidden van het kwaad al een aantal mensen leefden, die open stonden voor het hogere leven. Deze zielen wilden ze nu verzamelen, hen tot een vaste kern samensmeden, tot die door krachtige leiders aangevoerd en met astrale hulp eindelijk zo sterk en machtig geworden zou zijn, dat ze het kwaadwillige deel van de mensheid, dat de geestelijke opbouw van de wereld in de weg stond, haar wil kon opleggen. O, ze wisten heel goed, dat de mensheid bij de uitvoering van dit ontzagwekkende plan door oceanen van leed zou moeten waden, immers, oorlog na oorlog zou nodig zijn, om de goede kern aan de macht te helpen, die dienen moest om de kwaadwilligen te overheersen. Maar zonder bewuste leiding er van zouden de lage hartstochten, welke in de mens woedden, hem nog verschrikkelijker en vreselijker ellende bezorgen en deze ellende zou onnoemelijk veel langer geweest zijn! Geleid door hun verlangen de mens geestelijk zo hoog op te voeren, dat hij van zijn leven op Aarde een Hemel zou maken, grepen de meesters van Gene Zijde in zijn bestaan in en namen 't in hun sterke en bewuste handen. Wie, vraag ik u nu, sprak er tot de aardsvaders, wie sprak er tot Noach, tot Abraham, tot Isaäk en Jacob, tot Mozes? Was het God? Nee, lezers, het waren -- en u zult het al wel begrepen hebben -- de meesters van Gene Zijde! ZIJ spraken tot de mannen, die zij tot leiders hadden aangewezen van de stam Israël, de stam, die, groot en sterk geworden, het later zou moeten opnemen tegen de kwade elementen onder de mensheid.
H.R.


counter free
Google Analytics Alternative